Verslaving raakt velen, zowel direct als indirect. Toch blijft het thema voor sommigen een mysterie vol misvattingen. Wie ooit verslaafd is geweest, weet dat het gevecht zich in stilte en eenzaamheid afspeelt. Het is niet simpelweg een kwestie van ‘geen wilskracht’, maar dikwijls een complexe strijd binnenin, waarbij controle voortdurend op de proef wordt gesteld. Op talking-heads.nl onderzoeken we waarom het innerlijke gevecht bij verslaving ons zoveel kan leren over wat controle eigenlijk betekent.
Controle: een hardnekkige illusie?
Veel mensen geloven dat ze over hun gedrag altijd volledige controle hebben. Toch laat verslaving zien dat deze overtuiging eerder een wensdenken is dan een werkelijkheid. Het brein verandert bij herhaalde blootstelling aan verslavende middelen, waardoor gedachten en impulsen sterker worden dan rationele beslissingen. Op het moment dat een verslaving ontstaat, schuift de balans tussen willen en moeten langzaam richting het laatste.
Controle verliezen voelt als falen, maar eigenlijk geeft het inzicht in de kwetsbaarheid van elk individu. Door te erkennen dat (volledige) controle niet bestaat, ontstaat er ruimte voor mildheid richting jezelf en anderen. In het loslaten van die illusie vindt men soms juist de kracht om stappen richting herstel te maken.
Daarnaast is het ook belangrijk om te beseffen dat controle in sommige gevallen ook betekent loslaten. Kiezen om los te laten en te kiezen voor andere manieren van herstel. Dat is juist hartstikke sterk en kan ongelooflijk helpend zijn in de strijd tegen verslaving. Dit betekent niet opgaan in de verslaving, maar erkennen dat je de controle niet altijd hebt en andere copingmechanismen leren om de strijd te strijden.
Het innerlijk conflict: verlangen versus verantwoordelijkheid
Mensen met een verslaving ervaren een continue spanning tussen verlangen en verantwoordelijkheid. Het verlangen naar het middel overstemt vaak verstandige keuzes en afspraken met zichzelf of dierbaren. Terwijl het rationele gedeelte van het brein begrijpt wat de consequenties zijn, is het emotionele en fysieke verlangen overweldigend. Dit innerlijke conflict leidt niet zelden tot gevoelens van schaamte en machteloosheid.
Bovendien voelt het voor de buitenwereld vaak onbegrijpelijk aan, wat leidt tot ongeduld of veroordeling. Door dit mechanisme te begrijpen ontstaat meer empathie, zowel bij naasten als bij hulpverleners. Daardoor is meer duidelijkheid over de vraag: ‘wat is verslaving?’, belangrijk om mensen in de omgeving te helpen.
Wat leert verslaving ons als samenleving?
Verslaving dwingt de samenleving om anders te kijken naar het idee van eigen verantwoordelijkheid. Waar dit principe traditioneel hoog in het vaandel staat, laat de wetenschap steeds duidelijker zien dat niemand volledig gevrijwaard is van het risico op problematisch middelengebruik. Factoren als genetische aanleg, sociale omstandigheden en psychische kwetsbaarheid spelen allemaal een rol. Hierdoor komt de nadruk steeds vaker te liggen op preventie, ondersteuning en preventieve zorg, in plaats van op enkel individuele schuld.
Daarnaast nodigt het gesprek over verslaving uit tot meer openheid. Schaamte en taboe zijn immers grote obstakels in het zoeken van hulp. Wanneer ervaringsdeskundigen hun verhaal delen en professionals toegankelijker worden, ontstaat er een eerlijker beeld van wat ‘controle’ in deze context betekent. Het blijft voor velen een strijd met zichzelf, maar hoe meer begrip er is, hoe groter de kans op verlichting van die druk.